Schuld en berouw


Aswoendag

 Aswoensdag is het begin van de vastentijd, ofwel de veertigdagen-tijd. Veertig dagen bereidt de kerk zich voor op Pasen. In de bijbel wordt het getal 40 gebruikt om een periode van voorbereiding, uitzuivering en groei aan te geven. Zoals een zwangerschap 40 weken duurt, of zoals het volk van Israël 40 jaar door de woestijn trok op weg naar het beloofde land en zoals Jezus 40 dagen beproefd werd voordat hij aan zijn werk begon. Zo bereidt de kerk zich voor om in het spoor van Jezus door de dood heen tot nieuw leven te komen. Alles wat ballast is geworden, alles wat mensen van hun bestemming afhoudt, alles wat het leven belemmert, mag mee sterven in de dood van Jezus, opdat wij op een nieuwe manier ons leven kunnen ontvangen uit Gods hand. Daarom klinkt psalm 51: God, herschep mijn hart, maak het zuiver.

 Het gebruik van as begon in de vroege Kerk toen mensen die iets misdreven hadden, openlijk boete deden in de aanloop naar een nieuw begin met Pasen. Als teken van hun berouw werden ze met as bestrooid. Later werd het een gebruik dat door alle gelovigen werd gevolgd in hun eigen verlangen naar vergeving en een nieuw begin. Het maakt duidelijk dat we de mensheid niet kunnen verdelen in goede en slechte mensen: het kwaad gaat dwars door ons eigen leven. Wij maken niet alleen zelf fouten, ook zijn wij medeverantwoordelijk voor de wereld zoals deze nu is. Zo stelt de kerk een teken van solidariteit: niet alleen met slachtoffers maar ook met daders – zoals Jezus.

 De as komt van de palmtakjes die de kerk vorig jaar op Palmzondag uitreikte, een symbool voor Christus die ook bij ons wil zijn. Vaak leggen mensen deze takjes op de graven van hun geliefden, als teken van de hoop op opstanding. Of leggen het bij een ikoon of crucifix in hun eigen huis.

 Stof ben je en tot stof zul je weerkeren.

 Die woorden herinneren aan het Genesisverhaal waarin God de mens uit het stof van de aarde schept. Zo worden we niet alleen aan onze sterfelijkheid herinnerd maar ook dat het leven een geschenk van God is. Het askruisje dat we ontvangen is een bemoediging dat heel ons leven en sterven omvat is door de hand van God. Daarom kunnen we loslaten wat losgelaten moet worden en ons openen voor de toekomst van God voor heel deze wereld.

  

Enkele overdenkingen die het thema van aswoensdag verder omspelen, meestal geënt op Mattheus 6.


 Een askruisje halen, aan het begin van de 40-dagentijd, op weg naar Pasen.

Dat kun je doen omdat je je bewust bent dat je tekort schiet in wie je bent en wat je doet. Je kunt het doen omdat je ervan bewust wilt blijven dat je een sterfelijk mens bent. Zodat je niet doet alsof alles altijd hetzelfde blijven en je je vastklampt aan wat je hebt, en niet kunt omgaan met wat je los moet laten.

 Maar nu worden we uitgenodigd om niet alleen voor onszelf het teken van de as te ontvangen. As als boete, as als erkenning van het grote falen van de wereld en de tijd waar wij deel van uitmaken.

 Bid daarom alsvolgt, zegt Jezus: Onze Vader.. Vergeef ons onze schulden.. (Uit: Matteus 6)

 Vergeef ons onze schulden. In de kerk zitten we er niet in de eerste plaats voor onszelf, al voelt dat wel vaak zo. We zijn er ook plaatsvervangend voor de rest van de wereld. Daarom bidden we om ontferming, daarom zijn er voorbeden. Als we God loven, dan doen we het namens en in verbondenheid met de hele schepping. Als we avondmaal vieren dan zijn we deel van het lichaam van Christus van alle tijden en alle plaatsen.

 Daarom worden we uitgenodigd om het askruisje als teken van inkeer te ontvangen – niet alleen voor onszelf, maar omdat we allemaal deel hebben aan een schuldig systeem waar de rijkdom en de welvaart niet eerlijk zijn verdeeld. Waar onze voorspoed is gebouwd op de rijkdommen die onze voorouders stalen uit de koloniën. Waar we kinderen die hier geworteld zijn toch wegsturen naar landen waar ze nooit geweest zijn. Waar wij, gewoon door te leven, mee doen aan vervuiling van de aarde, aan het verlies van dier- en plantsoorten, aan oceanen die onleefbaar worden. Dat is allemaal niet onze persoonlijke schuld maar wel de schuld van ons allemaal samen.

 Onze wereld heeft inkeer en berouw nodig. Wij samen hebben bekering nodig. Lang nog niet genoeg mensen beseffen het, lang nog niet genoeg mensen die het zouden kunnen doen, draaien zich en gaan het anders doen. Er is meer inkeer en omkeer nodig. God geeft ons deze prachtige aarde, en kijk wat wij ermee doen. God maakt ons mensen tot zijn vertegenwoordigers en rentmeesters, en kijk hoe wij zijn rijkdom beheren.

 Laten we berouw hebben – niet uit loodzwaar kleinmakend schuldgevoel maar als liefdevol gebed. Laten we berouw hebben namens onze hele wereld – in de hoop dat God ons vergeeft en wegen vindt om ons samen los maken van dit onrechtvaardige en ziekmakende systeem. Red ons uit de greep van het kwaad!

 Laten wij een askruisje halen in verbondenheid met onze wereld die God zo lief heeft dat hij ons zijn Zoon geeft – om ons te bevrijden van alles wat ons vasthoudt. Laten we beseffen dat we sterfelijk zijn en onze aarde dat ook is – in de vurige hoop op opstanding. 

  

----------------

  

Stof ben je en tot stof keer je terug.

Wat een opluchting is dat! Al dat zware getob, al dat gewichtige gedoe, al dat gepraat van arrogante managers, al die dictators die de wereld onderdrukken, al mijn eigen gedoe iedere keer weer –

 stof ben ik en tot stof zal ik terugkeren. Pfff, gelukkig! Laat me dan dus maar niet te zwaar tillen aan mijn eigen leven, ik ben een stofje op de zoom van het universum dat al miljarden jaren oud is en nog miljarden jaren zal bestaan ook nadat ik tot stof ben weergekeerd.

 Stof ben je en tot stof keer je weer. Dus als je vast, doe dan niet alsof je een heldendaad verricht, maar laat het een daad van overgave zijn aan de Heer van alle leven. Laat je vasten en al je religieuze gedrag een daad van liefde zijn voor de God die neerknielde in het stof en zei: kom tevoorschijn, jij, mens, ik geef je mijn levensadem.

 Stof ben je en tot stof keer je terug. Verzamel dan geen schatten op aarde alsof je daarmee gewicht krijgt. Het gewicht van stof is genoeg voor je, want is het genoeg voor God. Wees voluit, vrolijk en dankbaar stof op de zoom van het universum want dat is je glorie en je geluk, het grote voorrecht van het leven dat leeft op de adem van God.

 Stof ben je en tot stof keer je terug. Mens. Keer je dan om als je ergens nog denkt dat je god bent – in het diepst van je gedachten of het diepst van je handelen, als je ergens nog denkt dat je mag oordelen over anderen of zelfs over jezelf, als je ergens nog meent dat je kunt leven met je rug naar God toe alsof jij jezelf het leven geeft.

Keer je om, heb berouw en weet dat je stof bent dat leeft op de adem van de Allerhoogste, dichter nabij dan ons eigen hart.

    

-------------

  

Je dikke ik een beetje minder maken. Daar gaat het over als we het hebben over vasten. Want God die in het verborgene is, zal onze beloning zijn.

 Het dikke ik wil consumeren. Opeten. Soms letterlijk, soms figuurlijk. We willen dingen toe-eigenen, dat is des mensen. Bezit bakent onze identiteit af van anderen. Mijn borg, mijn huis, mijn auto, mijn baan, mijn partner, mijn kind. Het is een noodzakelijke stap om zelf een persoon te worden, een individu. Iemand die een grens kan trekken tussen zichzelf en een ander. Sommige mensen hebben veel moeite om zo’n grens te trekken en dat is lastig en meestal ook ongezond. Voor goede relaties heb je er twee nodig: hier ben ik - en daar ben jij.

 Tegelijk ben ik niet gelukkig als ik op mijn eentje blijf. Mensen zijn op anderen aangelegd. Mensen hebben andere dingen en andere mensen nodig om te overleven.

Maar hier gaat het meestal mis. Dat lege stukje van binnen, waardoor je iets anders nodig hebt, wil je vullen. Dat moet niet leeg blijven. Een lege maag wil eten, een lege ziel wil zich vullen met andere leven. En zo komt het dat we in alle relaties die we hebben, iets opetends vertonen: we willen het naar binnen halen. Erotiek, noemen we dat. Of misschien nog beter: gulzigheid. Gulzig in ervaringen, gulzig in relaties, gulzig in dingen verwerven. En alles wat zichzelf niet meer mag zijn buiten ons, wordt gedood als we het naar binnen halen en deel van onszelf maken.

 Zo wordt de leegte van binnen, die lege ruimte in het verborgene van ons zelf, tenminste even gestild. Zo krijgen mensen hun dikke ik - een ik dat bestaat uit dingen en mensen en misschien zelfs een god die je toegeëigend hebt. De leegte van je ziel gevuld met allerlei elementen die niet echt JIJ zijn, maar waarmee je je binnenkamer hebt bekleed. Gulzig. Vasten is het geneesmiddel voor gulzigheid. 

 Misschien zijn we in onze tijd nog wel het meest gulzig als het om TIJD gaat. We zijn zo druk dat tijd een kostbaar goed is geworden. Ik heb behoefte aan mijn eigen tijd, vrije tijd die ik alleen kan invullen zoals ik wil. Meestal lukt dat niet en we blijven het gevoel houden dat er we tekort komen, als een klaagstem om de achtergrond en hindernis om wat we wél aan het doen zijn, van harte te doen. Vasten is tijd aan God geven, om een beetje vrij te worden van de drang om onze levenstijd te bezitten. Al mijn tijd is Gods tijd, denk je misschien, en dat is ook zo. Maar hoeveel tijd is je aandacht echt alleen op God gericht - in gebed, meditatie, in bijbellezen, in lofzang en dank?

 Vasten is ons dikke ik een beetje slanker maken, door ons los te maken van wat we zo dringend menen nodig te hebben. Het is jezelf keren naar God die in het verborgene is, en ons vrij wil houden van alles wat wij gulzig opslokken en toe-eigenen. En eigenlijk is dat de kern van wat boete-doen is: omkeer, keer naar God. Het evenwicht hervinden, de relatie herstellen, de juiste plek, de juiste prioriteiten om je ziel te vullen niet met iets anders dan jezelf, maar met God-in-jou. Als je het askruisje ontvangt, laat het een teken zijn van toekeer naar God die zelf de ruimte is waar wij kunnen bestaan.

 

Sporen van God
Kun je iets van God merken ? Misschien wel.
Map
Info