ISLAM
Introductie
De islam is een monotheïstische godsdienst en een van de drie grote(re) zogenoemde Abrahamitische religies. (Jodendom, Christendom, Islam) - allen hebben Abraham als voorvader.
Het Arabische woord islam betekent letterlijk overgave (aan God) of onderwerping en wijst op het fundamentele, religieuze principe dat een aanhanger van de islam (moslim) zich overgeeft aan Gods wil en wetten, de Sharia. Het heilige boek voor moslims is de Koran, waarvan zij geloven dat God de tekst via de aartsengel Djibriel (Gabriël) aan Mohammed als profeet en boodschapper doorgaf. Naast de Koran is de soenna van Mohammed, waarin de levenswijze, de gezegden en de standpunten van de profeet worden beschreven, ook een belangrijke bron voor de islamitische doctrine.
Moslims kunnen het woord moslim in een bredere betekenis gebruiken, namelijk - zoals hierboven vermeld - iemand die zich aan God overgeeft. Volgens deze definitie waren bijvoorbeeld Adam, Abraham en Jezus moslims. Op basis van de Koran worden zij een hanif genoemd (o.a. soera De Koe 135-136), een voor-islamitische monotheïst en Godzoeker.
Dat is van belang in het interreligieuze gesprek. In de geschiedenis hebben christen en joden ook een hogere positie in islamistische samenlevingen ingenomen dan anders-of niet-gelovigen.
De Koran verwijst veel naar verhalen over personen uit de Bijbel zoals Mozes, Maria en Jezus (steeds "Jezus (Isa) de zoon van Maria" genoemd). Maar de bijzonderheden die de Koran over deze personen geeft, wijken doorgaans af van wat de Bijbel erover zegt. Zo spreekt de Koran tegen dat Jezus aan een kruis stierf en opstond, en was volgens de Koran niet Izaäk de "zoon van de belofte", maar juist Ismaël, de stamvader van de Arabieren. Sommige thema's lijken ontleend aan de Talmoed en apocriefen van het Nieuwe Testament.
Er zijn ook verscheidene heidense tradities uit voorislamitische animistische religies in de islam geïntegreerd zoals het heiligdom de Ka'aba en de rondgangen die daar omheen gemaakt worden tijdens de oemra en de hadj (tawaaf), elementen die volgens de islamitische traditie op Abraham teruggevoerd moeten worden.
De Koran stelt dat de term islam afkomstig is van God zelf:
"Heden heb ik uw religie voor u vervolmaakt, en Mijn gunst aan u voltooid, en Ik heb de islam voor u als religie gekozen". (Soera De Tafel 3)
In totaal noemt de Koran 25 profeten, maar Mohammed wordt in de islam doorgaans beschouwd als de laatste profeet, "Zegel der Profeten", die de geschiedenis van de doorlopende openbaring van Gods wil heeft afgesloten. De islam is voor moslims de vervolmaking van de monotheïstische religie van God.
Geschiedenis
Mohammed wordt in 571 na Chr in Mekka geboren en al snel wordt hij wees. Hij groeit op bij zijn grootvader Abdul Mottalib, en later bij dienst zoon Aboe Talib. In deze tijd zijn er veel stamconflicten, veel locale afgoden en er is algemeen moreel verval. Later gaat hij voor de rijke weduwe Ghadidja werken met wie hij later op 25 e jarige leeftijd trouwt. Khadidja is dan 40 jaar. Vanaf 595 wordt hij leider van de handelscaravan.
Mohammed mediteert vaak in de berg Hira. Als hij in 611, 40 jaar oud, ligt te slapen, dan verschijnt de engel Gabriel in een wolk van licht e. Lees op! (Reciteer) Beveelt de engel, maar Mohammed kan niet lezen. Na drie keer leest de engel hem enkele teksten voor. Met tussenpozen van maanden en soms jaren overkomt hem dit opnieuw. Geleidelijk beseft Mohammed dat hij geroepen is tot profeet. Hij moet zijn stamgenoten tot de ene God wenden. Zijn vrouw en zijn kinderen zijn de eerste volgelingen, samen met zijn neef Ali, een slaaf Zaid en zijn vriend Aboe Bakr. In deze periode heeft hij een bijzonder visioen (de hemelreis), waarin de engel hem meeneemt naar Jeruzalem en de tempelberg, vanwaar hij door de hemel en de hel reist, om weer terug te keren. Op de plek waar hij zijn voet zette op de berg, staat nu de El Aksa Moskee, een heilige plek voor moslims.
Vanaf 613 gaat hij zijn boodschap verkondigen. Hij predikt dat je onafhankelijk van je ras of huidskleur Moslim kunt worden. Hij predikt dat er maar één god is, dat alle mensen gelijkwaardig zijn en dat mensen geen afgoden moeten aanbidden, en dat er rekenschap van je daden wordt gevraagd na je dood.
Er ontstaat er veel vijandschap tegen hem waardoor hij en zijn volgelingen in 622 naar Medina vluchten. Dit wordt ook wel de Hidjra genoemd en is gelijk begin van de islamitische jaartelling.
In Medina groeit de Islam en in 630 nemen zij Mekka over. Twee later zal vervolgens Mohammed overlijden. Na zijn dood ontstaat ene strijd om de opvolging en komt er de eerste grote splitsing.
Het opvolgingsconflict ontstond doordat Mohammed, ondanks negen vrouwen, geen levende mannelijke afstammeling had verwekt (zijn enige zoon was jong overleden). Tot ongenoegen van enkele moslims werd na de dood van Mohammed diens vriend Aboe Bakr als opvolger aanvaard en niet Ali, een neef (en schoonzoon) van Mohammed. Ali werd uiteindelijk de vierde kalief, maar hij werd in 661 vermoord. Zijn zoon Hoessein volgde hem op, maar deze werd in 680 eveneens gedood door het leger van de Oemajjaden. Na een kleine dertig jaar resulteerde dit tot het ontstaan van twee hoofdstromingen: het sjiisme en het soennisme.
Het soennisme en het sjiisme verschillen niet zozeer op het gebied van elementaire geloofsleer en religieuze verplichtingen, maar wel op het gebied van niet-verplichte feesten, tradities en praktijken. Er worden verschillende versies van de Hadith gehanteerd. Vaak is het ook een zaak van verschillende stammen en culturen.
Naast soennisme en sjiisme bestaat er binnen beide stromingen een mystieke substroom, het soefisme. Deze is al heel oud. De dichter Roemi is de waarschijnlijk de bekendste van hen. In Turkije is een grote groep (15 miljoen?) mensen die Aleviet zijn, een soort humanisch-filosfische islam, met een grote verscheidenheid aan opvattingen.
Ook de dansende derwishes zijn soefi's (hier te zien in Istanboel).
Vijf religieuze plichten: (de vijf zuilen)
- de geloofsbelijdenis: deel van de vaste gebeden, meerdere keren herhaald
- de gebeden:
Hoewel er in de Koran maar drie vaste gebedstijden worden genoemd (Soera De Nachtreis 78-79), worden moslims geacht ten minste vijfmaal per dag de rituele gebeden (Salah) uit te voeren. Dit moet
Dit moet in de richting van Mekka , op een gebedsmatje, na een rituele wassing, en in het Arabisch. Er hoort staan, buigen, en knielen bij.
- 's Ochtends vroeg, ruim voor de zonsopgang (Fajr)
- Tussen de middag (net na de hoogste stand van de zon) (Dhuhr)
- Midden tussen het tweede gebed en zonsondergang in, wat neerkomt op ergens tussen drie uur en vijf uur 's middags (Asr)
- In de vroege avond, tussen schemer en donker in, net na zonsondergang (Maghrib)
- Na de volledige zonsondergang, circa anderhalf uur tot 2 uur na Maghrib (Isha)
- aalmoezen:
Belangrijk binnen de islam is het geloof dat alle dingen aan God toebehoren en dat rijkdom de mens alleen in bruikleen gegeven wordt. Het woord zakat betekent zowel loutering (of zuivering) als groei. Elke moslim berekent zijn of haar zakat persoonlijk. In de meeste gevallen betekent dit een jaarlijkse donatie van twee en een half procent van het gespaarde privékapitaal.
vasten
Het verplichte jaarlijkse vasten (siyam) houdt in dat men tijdens de hele maand ramadan een groot deel van het etmaal niet eet, drinkt of rookt en zich onthoudt van seksuele gemeenschap. Daarnaast zijn kwaadspreken en vloeken niet toegestaan. Dit vasten is voorgeschreven in de Koran en geldt vanaf al fajr tot al maghreb, met andere woorden: voor de dageraad komt tot zonsondergang. Tijdens de nacht zijn deze beperkingen opgeheven. Mensen blijven in de praktijk dus laat op om te eten en staan vroeg op voor een uitgebreid ontbijt. Wanneer vasten te bezwaarlijk zou zijn, bijvoorbeeld voor zwangere en ongestelde vrouwen, zieken, jonge kinderen en soldaten in oorlogstijd, mag het worden overgeslagen. Wel wordt later inhalen van het vasten aangemoedigd.
Bedevaart
De pelgrimstocht naar de voor moslims heiligste stad Mekka in Saoedi-Arabië wordt uitgevoerd tijdens de maand Dhul Hijja (de hajj-maand, de twaalfde maand van de islamitische kalender). Iedere moslim (zowel mannen als vrouwen) die het zich financieel en qua gezondheid kan permitteren is verplicht dit ten minste eenmaal in het leven te ondernemen (Soera Het Geslacht van Imraan 97).
De pelgrims dragen speciale, eenvoudige kleding, zodat ieder onderscheid in rangen en standen wegvalt.
De eigenlijke pelgrimage of hadj (ook als hajj, haddj of haj geschreven) in en om Mekka bestaat uit een hele serie rituelen. Men moet bijvoorbeeld meermalen om het heilige huis van de islam, de Ka'aba heenlopen, een rechthoekig stenen gebouw van ca. 10×11×12 meter (ka'aba = kubus) in het centrum van Mekka, bedekt met een zwart kleed, waaromheen later de heilige moskee is gebouwd. Een ander ritueel is het gooien van stenen naar pilaren die de duivel symboliseren, dat herinnert aan de verzoeking van Ibrahim door de duivel toen die zijn zoon moest offeren. Hoogtepunt van de hadj is het verblijf op de vlakte van Arafat ongeveer veertig kilometer buiten Mekka, waar de pelgrims God lofprijzen en vergeving voor hun zonden vragen.
FILMPJE
Rein en onrein
Haram is niet alleen tastbare zaken maar ook gedrag van de mensen. Haram is bijv. alcohol, het eten van varkensvlees, het gebruik van drugs, het opslaan en handelen in drugs, het doen van zaken die schadelijk zijn voor het moraal, geloof, en goede manieren in de maatschappij.
Mystiek
Het vier deuren en veertig treden-principe betreft een (islamitisch) spiritueel-esoterische verhandeling van de 13e-eeuwse soefi-meester, mysticus en alevitische heilige Haci Bektasi Veli.
Volgens het vier deuren en veertig treden-principe dient een mens verschillende fases in zijn leven te ondergaan om de uiteindelijke staat van vervolmaking te bereiken. Dit gebeurt niet vanzelf, maar vergt een actieve houding van het individu zich hiernaar toe te werken. Indien men een bepaalde levensfase bereikt en vervolmaakt heeft, kan men de volgende fase ('trede des levens') betreden.
Er is sprake van vier deuren (hoofdfasen), die weer elk zijn onderverdeeld in tien treden (fases). Dit geeft in totaal veertig levenstreden (levensfasen). De vier deuren (hoofdfasen) staan bekend als:
1. Seria (Turks: Seriat): Wereldse verplichtingen.
2. Tariqa (Turks: Tarikat): Het innerlijke pad.
3. Marefa (Turks: Marifet): Het ervaren van innerlijke kennis van God of het goddelijke.
4. Haqiqa (Turks: Hakikat): Het ervaren of vereenzelviging met de werkelijkheid, God of het goddelijke.
De Mevlevi-orde is één van de bekendste tariqa's. De soefiorde werd gesticht door de volgelingen van de Perzische mysticus Jalal ad-Din Rumi (1207-1273), die gedurende langere tijd in Konya in het huidige Turkije leefden.
Gebed
De aanhangers van de Mevlevi-orde, of Mevleviye, worden ook wel de draaiende derwisjen genoemd, omdat hun dhikr-gebed (Sama, Turks Sema) er oppervlakkig gezien uit bestaat, door ronddraaiende bewegingen in extase te raken. Voor een buitenstaander ziet deze ceremonie eruit als een mooie opvoering die veel lijkt op ballet. Voor de Mevlevi's gaat het echter net als bij een dhikr om een vorm van gebed, waarin men de mogelijkheid heeft zich compleet van de wereld te verplaatsen en dichter bij god te komen.
Een derwisj is een islamitische geestelijke die de gelofte van armoede heeft afgelegd. Het woord is afgeleid van dar, Perzisch voor deur, en wisj, een bepaalde vorm van het Perzische werkwoord voor zitten. Een derwisj is dus iemand die maar aan één deur wil zitten, de deur van de goddelijke Geliefde. Volgens anderen is de naam afkomstig uit het Perzisch: darwich = arm, darvesh = bedelaar.
De derwisjen nemen een aparte plaats in binnen de soefi's, dit zijn mystieke broederschappen binnen een pantheistische stroming in de Islam waarin wordt geloofd dat God (Allah) aanwezig is in alles wat bestaat; mensen, dieren en dingen. De derwisjen ontstaan in de 8e eeuw nadat de islam in contact is geraakt met Perzische godsdiensten en het hindoeïsme.
Symboliek
Veel soorten van de symboliek zijn voor de buitenstaander niet herkenbaar. Aan het begin van de dans staat de sjeik op een rode post, die een voorstelling is voor het middelpunt van de wereld. De dansers dragen een zwarte cape over het kostuum. De cape symboliseert het graf en de hoed (Sikke) de grafsteen. Na de zegeningen door de sjeik, en daarmee de opstanding uit het graf, leggen ze het grafdoek af en beginnen ze op de klank van de ney (Turkse fluit) te draaien. De rechterhandpalm wijst naar boven om de zegen van God te ontvangen en de linkerpalm wijst naar onderen om de zegen aan deze wereld te brengen.
zes geloofselementen:
Eenheid God:
Moslim gelooft in één God. Zij noemen dat Allah maar dat is niet een specifieke naam, betekent god. In Arabische landen noemen Christenen God “Allah”.
Profeten:
Moslims geloven in alle profeten van Mozes t/m Mohammed . Ook in Jezus die een bijzondere profeet is. De moslims geloven alleen niet dat hij is gekruisigd, maar dat er een persoonwisseling is en dat God Jezus bij zich genomen. Volgens sommige uitleg in de Islam zal Jezus terugkeren op aarde.
Boeken
Moslims geloven ook in Tora en Bijbel. Volgens Moslims is de Koran de meest actuele boek van God. Ook geloven Moslims dat Tora en Bijbel in de loop van de eeuwen is veranderd.
Engelen
Net zoals Christrenen geloven Moslims in Engelen als dienaren van God.
Dag des oordeels
Moslims geloven in een paradijs en hel wat op de dag des oordeels uitgemaakt zal worden. Zij geloven ook in de barmhartigheid van god.
Voorbeschikking
Moslims geloven dat alles is voorbestemd.