De spiegel van Clara van Assisi

Clara van Assisi

 

 

Agnes, prinses van Bohemen, kiest voor het klooster en niet voor een politiek huwelijk. In Praag sticht zij het Franciscusklooster. Agnes vindt inspiratie en ondersteuning bij Clara, eerste leerling van Franciscus en abdis van van het klooster van de Arme Zusters in San Damiano, net buiten Assisi. Clara en Agnes zullen hun leven lang bevriend blijven en brieven uitwisselen. De zogeheten Derde brief van Clara aan Agnes is waarschijnlijk in 1238 geschreven. Dit is een klein citaat eruit.

Laat geen bitterheid en duisternis je insluiten, o, in Christus zeer beminde vrouwe, vreugde van de engelen en kroon van de zusters (vgl Fil 4,1). Plaats je geest in de spiegel van de eeuwigheid, plaats je ziel in de afstraling van de heerlijkheid (vgl Hebr.1,3), plaats je hart in het beeld van Gods wezen (vgl. Hebr. 1,3) en vorm jezelf door beschouwing geheel om in het evenbeeld van Zijn godheid (vgl 2 Kor.3,28).

Het ging niet zoals Agnes wilde. Misschien had ze het moeilijk. Het kan niet eenvoudig geweest zijn om de druk van haar vader en de huwelijksaanzoeken van verschillende koningen te weerstaan. Het klooster was gesticht, maar ook daar waren problemen. De paus had onlangs de kloosterregel zoals Agnes die had aangevraagd, geweigerd. Bitterheid kan een mens omsluiten en je eenzaam maken. Voor je het weet zijn er donkere wolken die je levenslicht dimmen.

Clara herinnert Agnes eraan dat ze niet alleen is. Ze mag dan tegenstand ervaren, maar in Christus is ze zeer bemind. Ze is ‘de vreugde’ van de engelen en ze is ‘kroon’, of erekrans, van de zusters. Dat zijn benamingen die ook aan Maria worden toegekend. De bestemming van Agnes lijkt op die van Maria, zegt Clara hiermee. Zoals Maria Christus droeg, zo mag ook Agnes draagster van Christus zijn door in Maria’s voetstappen te volgen, zal ze verderop in de brief uitleggen.

Voor Clara bestaat een mens uit geest, ziel en lichaam (ook wel genoemd: hart). De geest van een mens is waar ons bestaan in God hangt – het meest verborgen deel. De ziel is het geheel van je innerlijke zelf: je verstand, wil, en geheugen, de vermogens waar je keuzes uit voortkomen. Ons hart vat het lichaam samen, met alle impulsen die daarop afkomen, vanuit onze zintuigen (van buiten) en onze emoties en instincten (van binnen).

Je kunt iets met die drie aspecten van je leven, schrijft Clara aan Agnes. Je kunt ze poneren. Dat wil zeggen: je kunt kiezen waardoor je beïnvloed gaat worden. Je kunt jezelf een omgeving geven waarin je niet ingesloten raakt door de omstandigheden. Vorm jezelf door beschouwing geheel om, zegt Clara. Je kunt jezelf omvormen – of nog beter gezegd: je laten omvormen. Het is leven is niet maakbaar, maar we hebben wel zeggenschap over wat ons vormt, misvormt of omvormt. Met andere woorden: in welke spiegel kijk je als je naar jezelf kijkt? Die van de wereld om je heen, of kijk je in de spiegel die Christus ons voorhoudt?

Plaats je geest in de spiegel van de eeuwigheid. Die spiegel is Christus zelf, de mens die God volmaakt weerspiegelde. Midden in de tijd kwam Christus en liet ons het gezicht van de eeuwigheid zien. Als je het leven van Christus bekijkt, als je in zijn spiegel je eigen leven onder de loep neemt, dan besef je dat je maar een sterfelijk mens bent. Je geeft jezelf het leven niet, maar je ontvangt het, voortdurend, uit die eeuwige Bron van leven. Je leeft vanuit die Bron, zegt Clara tegen Agnes. Laat dat je houvast zijn in alle woelingen van de tijd. Laat die wetenschap je geest ademruimte geven, de ademruimte van God die ieder mens de levensadem geeft.

Plaats je ziel in de afstraling van de heerlijkheid. De Hebreeënbrief noemt Christus: de afstraling van Gods heerlijkheid. Die spiegel waar Agnes in dient te kijken is stralend, vol schittering. Want God schittert meer dan alle pracht en praal van koningen en pausen. Dat luisterrijke licht verdringt vanzelf alle duisternis die een mens kan insluiten. Onze gedachten kunnen bevangen raken, we kunnen vergeten wat we ooit aan zegen ontvingen, onze wil kan verlamd raken door tegenstand en ontmoediging. Maar kijkend in de spiegel van Christus opent zich een andere ruimte waar het schittert van een grote gelukkige liefde. En dat doet wat aan ons.

Plaats je hart in het beeld van Gods wezen.  Christus is de ‘afdruk van Gods wezen’, vertelt de Hebreeënbrief. In het leven van Jezus kun je het hart van God aflezen. Wat kenmerkte zijn menselijke leven? Nederigheid en armoede, zegt Clara in bijna al haar geschriften. Dat is wat je ziet als je naar het aardse leven van Christus kijkt en naar zijn moeder Maria. In de spiegel van de wereld om je heen zijn dat geen hoge waarden. Nederigheid staat niet hoog aangeschreven en armoede is vooral iets om te bestrijden. Maar jezelf klein en leeg maken geeft ruimte aan God om zichzelf weg te schenken. Lege handen zijn voorwaarde om iets te kunnen ontvangen. Laten de indrukken van de wereld en de emoties die daardoor bij je opkomen, je niet opsluiten. Laat het levenspatroon van Jezus de ruimte zijn waarin jouw leven zich afspeelt.

Vorm jezelf door beschouwing geheel om in het evenbeeld van Zijn godheid. Wij vormen onszelf door beschouwing. Dat is een passief-actieve manier van aan jezelf werken. We zijn actief in de keuzes waarmee wij onze tijd vullen, de invloeden waaraan we onszelf blootstellen, in wat we zien, meemaken, lezen, beluisteren, ondernemen. Maar de invloed van dat alles vormt ons – of misvormt ons.

Contemplatie van Christus op alle lagen van ons bestaan heeft een omvormende werking, waardoor wij als vanzelf meer en meer zijn ‘vorm’ aannemen. Dat wil zeggen: een door God geïnspireerd leven gaan leiden. Clara is wijs. Ze weet dat Agnes niet in staat is om zichzelf vrij en heilig te maken. Maar ze weet wel dat God daartoe in staat is – mits Hij die kans krijgt. 

En dan zul je zelf ervaren wat zijn vrienden ervaren, door die verborgen zoetheid te smaken, die God vanaf het begin bewaard heeft voor wie Hem liefhebben (vgl. 1 Kor. 2,9).

Sporen van God
Kun je iets van God merken ? Misschien wel.
Map
Info