|
 | |  |  | 
Kennen
Ik hoor de wind, omdat hij door de blaadren sleept, Ik zie de blaadren waar het licht op breekt. Maar welke blaadren hangen er in stilte en 't donker en welke oren sluimren waar geen stem tot spreekt. Ik voel de oude wanhoop van het instrument, dat tot het uiterste gedreven niets dan zijn eigen grens herkent. M. Vasalis, uit Vergezichten en gezichten
|
 |  |  |
|
|  |  |  | |
|
|